BDSM MEDIA NIEUWS!!!!
29 november 2014
Brief Phees Zaandam aan Tweede Kamer en Minister
Bron: Phees.nl. - Phees.nl -
Nederland
DEN HAAG - Nu door de lokale Zaanse politiek seksuele vrijheid in Zaanstad lijkt te zijn vastgeroest. Is Stichting Phees in de pen geklommen richting de landelijke politiek en met name het Minsiterie van Veiligheid en justitie plus de Tweede Kamer leden.
Aan de leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500EA Den Haag
betreft: actuele overschrijdingen gemeentelijke bevoegdheid ex art. 151A Gemeentewet in relatie tot de begripsbepaling seksinrichting/seksbedrijf (Herzien) Wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (32211/33885)
Amsterdam, 17 november 2014
Geachte commissieleden,
De laatste jaren voert een groot aantal gemeenten al een eigen vergunningenbeleid terzake prostitutie, waarbij deze gemeenten hun APV hebben aangepast op basis van de gewijzigde modelverordening APV van de VNG uit 2008. Sommige gemeenten lopen verder vooruit op de aanstaande nieuwe prostitutiewetgeving dan andere gemeenten.
In praktijk blijkt nu dat een aantal gemeenten (zoals Rotterdam, Den Haag en Zaanstad) door oprekking van de wettelijke begripsbepaling seksbedrijf/seksinrichting nu ook activiteiten reguleren vanuit hun APV, die in het geheel niet zien op seksuele dienstverlening of seksuele handelingen met of voor derden tegen vergoeding of betaling. Op advies van de VNG eisen deze gemeenten een vergunning seksinrichting van non profit organisaties, die in verenigings- of stichtingsvorm activiteiten organiseren voor seksuele minderheden, andere genderidentiteiten en poly leefstijlen. Het betreft een grote diversiteit aan activiteiten en organisatievormen, die echter gemeen hebben, dat zij zich richten op ontmoeting,
belangenbehartiging en emancipatie van andere seksuele leefstijlen en/of genderidentiteiten.
Dit zijn sociaal-cultuele organisaties die zonder winstoogmerk mogelijkheden bieden voor ontmoeting en belangenbehartiging. Zij hebben niets van doen met prostitutie, escort, of thuiswerk in de prostitutie. Veel gemeenten benoemen de door deze organisaties georganiseerde ontmoetingsactiviteiten, door het (deels) seksuele karakter ervan, ten onrechte echter toch als seksbedrijf/seksinrichting en eisen daarom een vergunning seksinrichting. De VNG stelt in haar algemene toelichting op de modelverordening APV dat gemeenten na de opheffing van het bordeelverbod een autonome verordenende bevoegdheid hebben gekregen en alles mogen reguleren, zolang het behoort tot de gemeentelijke huishouding. Veel gemeenten vatten dit op als een vrijbrief voor bemoeizucht met alle activiteiten op hun grondgebied die een link hebben met seks of seksuele identiteit.
Hierdoor is het de laatste jaren steeds moeilijker, of onmogelijk geworden voor organisaties als NVSH, COC, VSSM, en andere non profit clubs die iets organiseren voor LGBT (lesbisch, biseksueel, travestiet/transgender) of BDSM (bondage, dominantie, sadisme, masochisme), om legaal ruimtes te huren of panden te huren. Deze organisaties hebben geen probleem zolang zij uitsluitend een kantoorfunctie hebben. Meestal vinden er echter ook ontmoetingsactiviteiten plaats voor de doelgroepen.
Sommige gemeenten staan in dat geval alleen nog vestiging toe op een locatie die een vergunning seksinrichting heeft. Dit heeft grote bezwaren:
1. Het herziene Wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (33885) wordt nog vóór de inwerkingtreding door gemeenten misbruikt voor een ander doel dan waarvoor zij is gemaakt. De gemeenten lopen vooruit op de wetgeving door het gemeentelijk reguleren van ONbetaalde vrijwillige seksuele activiteiten tussen volwassenen, die zich hebben georganiseerd als nonprofit rechtspersonen om de eigen seksuele geaardheid of (gender)identiteit te beleven, en anderen te ontmoeten.
2. Deze organisaties worden belemmerd in het huren van ruimtes of panden, het afsluiten van verzekeringen, en het werven en behouden van vrijwilligers, door het onjuiste stempel seksinrichting. De vestigingsmogelijkheden voor seksbedrijven zijn zo goed als nihil sinds vrijwel alle gemeenten een concentratiebeleid of maximumbeleid voeren. Het gevolg is dat deze non profit vrijwilligersorganisaties tegen hun zin gedwongen zijn hun activiteiten onder te brengen in bestaande panden van de seksbranche. Dit is gedwongen winkelnering. De vrijheid om iets te huren wordt beperkt, de huur van deze locaties is relatief duur, de locaties kunnen slechts per avond of weekend worden gehuurd, huur van een eigen pand is niet mogelijk, en een deel van de bezoekers en vrijwilligers wil helemaal niet bijeenkomen in een seksclub of parenclub.
3. Door de feitelijke onmogelijkheid zich zelfstandig ergens te vestigen of ruimtes te huren als gevolg van gemeentelijk sterk beperkend beleid, worden deze rijwilligersorganisaties gedwongen ofwel ondergronds te gaan, ofwel banden aan te gaan met de seksbranche. Dit gedwongen schimmig opereren staat de emancipatie, de vrije beleving en de maatschappelijke acceptatie van de diversiteit aan seksuele leefstijlen, geaardheden en genderidentiteiten in de weg. Hierdoor werkt het genoemde gemeentelijk beleid discriminatoir.
4. Uitbreiding van het gemeentelijk vergunningenbeleid tot organisaties waar, als hoofddoel of nevendoel, niet-betaalde vrijwillige seksuele handelingen tussen volwassenen plaatsvinden is in flagrante strijd met het grondrecht op vrije seksuele beleving, de privacy wetgeving, en met het normale vestigingsbeleid van bedrijven en instellingen.
Stichting Phees, een centrum voor alternatieve leefstijlen in Zaandam, voert op het ogenblik een proefproces tegen de gemeente Zaandam. De Stichting heeft tot doel de belangenbehartiging en emancipatie van alternatieve leefstijlen, waaronder BDSM, en organiseert daarbij een groot aantal jaarlijkse ontmoetingsactiviteiten in Zaandam. De gemeente Zaandam ziet de activiteiten van de Stichting als seksinrichting, en achtte de vestiging om die reden in strijd met het bestemmingsplan.
De Stichting mag zich slechts ergens vestigen waar een seksinrichting is toegestaan, en kreeg een dwangsom opgelegd zodat de Stichting de deuren moest sluiten. De Stichting heeft de bestuursrechter gevraagd te oordelen of gemeenten onbetaalde seksuele activiteiten tussen volwassenen mogen reguleren bij een non profit rijwilligersorganisatie. De bestuursrechter Noord-Holland heeft op 28 oktober 2014 bij voorlopige voorziening beslist dat beantwoording van deze vraag van principieel belang is, en dat hierover niet bij voorlopige voorziening kan worden geoordeeld. De dwangsom is voorlopig opgeheven. Na de bezwaarbehandeling volgt de bodemprocedure (beroep).
Waarom nu pas een proefproces? Dit probleem doet zich al jaren voor in een groot aantal gemeenten, maar is door geldgebrek bij de vrijwilligersorganisaties nooit verder gekomen dan de bezwaarfase. Toetsing door de bestuursrechter bleef tot nu toe uit. Het probleem is sterk groeiende doordat gemeenten al vooruitlopen op de naderende nieuwe prostitutiewetgeving.
Intussen is Kamerstuk 33885 nog steeds in behandeling. In de MvT 32211 nr.3 staat op pagina 3 dat Bedrijven als parenclubs en massagesalons, zijn vergunningplichtig ingevolge deze wet indien in deze bedrijven seksuele handelingen met of voor een ander tegen betaling plaatsvinden.
Het zou beter zijn als de wetstekst zelf duidelijker was om ieder misverstand uit te sluiten. De meeste gemeenten hebben parenclubs namelijk expliciet opgenomen in hun APV-hoofdstuk vergunning seksinrichting, zonder de nuance dat er sprake moet zijn van betaalde seks. Over non profit initiatieven staat helemaal niets in het wetsvoorstel of de MvT. De regering neemt kennelijk (ten onrechte) aan, dat gemeenten zich zullen beperken tot het reguleren van prostitutie en escortbedrijven. Gemeenten willen daarentegen liever alles reguleren wat met seks te maken heeft, en misbruiken daarvoor nu al de aanstaande wetgeving. Om te voorkomen dat over deze kwestie straks veel jurisprudentie geschapen moet worden, verzoeken wij u om duidelijkheid te geven over de begripsbepaling seksinrichting bij de behandeling van wetsvoorstel 32211/33885.
Wij hebben hierover de volgende vragen aan de Minister en/of aan de leden der Staten-Generaal:
1. Ziet de begripsbepaling seksinrichting/seksbedrijf ex art. 151A Gemeentewet, en dezelfde begripsbepaling in de Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (32211/33885) ook op vrijwillige seksuele activiteiten tussen volwassenen die weliswaar entree betalen op een profit locatie zoals een partycentrum, maar waarbij geen sprake is van betaling of vergoeding voor de seksuele handeling zelf?
2. Ziet de begripsbepaling seksinrichting/seksbedrijf ex art. 151A Gemeentewet, en dezelfde begripsbepaling in de Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (32211/33885) ook op vrijwillige seksuele activiteiten tussen volwassenen die elkaar ontmoeten in een ruimte die zij gezamenlijk huren als rechtspersoon, bv. in verenigingsverband, en waarbij geen sprake is van betaling of vergoeding voor de seksuele handelingen?
3. Bent u met ons van mening dat ontmoetingen en openbare uitingen van andere seksuele leefstijlen en genderidentiteiten niet onder het gemeentelijk vergunningstelsel terzake prostitutie dienen te vallen, aangezien dit een schending vormt van het grondrecht op vrije seksuele beleving, een ongerechtvaardigde beperking vormt van het recht van vereniging, en leidt tot discriminatie van bevolkingsgroepen via het gemeentelijk vestigingsbeleid?
Wij verzoeken u ons te berichten of, en hoe, onze vragen zijn te betrekken bij de parlementaire behandeling van wetsvoorstellen 322111/33885. Adhesiebetuigingen van verwante organisaties zullen u later bereiken. Hierop hebben wij niet gewacht gezien de urgente situatie en gezien het feit dat het wetsvoorstel fase 6 van de behandeling ingaat.
Met vriendelijke groet, namens het bestuur van Stichting Phees,
xxxxxxx
Zie meer & grotere foto's op:
www.phees.nl.