01 september 2010
Schrijversnoodlot
Ik schrijf al weer een aantal jaren (BD)SM-verhalen. In eerste instantie alleen voor de 'vakbladen', maar sinds begin 2004 ook voor mijn eigen website. Het kan een indicatie voor mijn leeftijd zijn, maar ik vind het nog steeds erg prettig om mijn teksten in druk te zien. Mits goed verzorg natuurlijk, want daar heeft het in het verleden best wel eens aan geschort.
Wat de magazines betreft heb ik verhalen gepubliceerd in achtereenvolgens de Kerfstok, SublieM, Doma, SlaveGirl, Massad, Steel Moon, en het VVSM-verenigingsblad. Op dit moment lever ik mijn verhalen aan de laatste drie daarvan.
Nu is het zo dat het gemiddelde Nederlandstalige SM-magazine niet direct het grote geld oplevert. Soms krijg je het idee dat vooral de schrijvers daarvoor moeten bloeden. Immers, fotografen en tekenaars bij voorbeeld krijgen meestal wel betaald voor hun bijdragen, maar voor schrijvers gaat dat niet op.
In mijn geval hoeft dat ook niet. Schrijven over SM is voor mij een hobby, en hobby's leveren nu eenmaal weinig of niets op in de zin van harde euro's. Sterker, ze kosten geld, zoals in mijn geval bij voorbeeld het in de lucht houden van mijn website.
Mijn eerste SM-verhaal schreef ik zo'n dertig jaar geleden al. Als ik me niet vergis is het indertijd in Massad gepubliceerd. Er begon pas structuur in te komen toen ik in 1996 lid werd van de VSSM, en kort daarna in de Kerfstok-redactie belandde. Dat was geen onverdeeld genoegen, want er was toen een vrij sterke verenigingstraditie om iedereen af te branden die zich voor de vereniging inspande. Na vijf Kerfstokken hield ik het voor gezien, maar inmiddels had ik en de smaak van het schrijven van SM-verhalen te pakken gekregen, en beschikte ik over tijd en inspiratie om die verhalen te schrijven.
Via een kennis uit de VSSM-tijd kwam ik bij SublieM terecht, waarvoor ik onder de noemer 'a dirty mind is a joy forever' een serie van veertien of vijftien verhalen schreef.
Toen SublieM ter ziele ging, zette ik mijn schrijversactiviteiten voort voor de bladen van Club Doma, Doma en SlaveGirl. Toen ontstond ook mijn nom de plume Eric Masters. Inmiddels is die zo ingeburgerd, dat ik hem nog steeds gebruik. Mij erachter verschuil, zoals sommigen ook wel zeggen.
Korte tijd later ging ik ook weer voor Massad schrijven, zij het op een minder regelmatige basis dan voor de andere bladen.
Begin 2004, tijdens een bezoek aan de Nederlandse helft van de Steel Moon-redactie, sprak ik af dat ik ook voor dat blad zou gaan schrijven. Mijn eerste bijdrage stond in nummer vijf, en op een enkele uitzondering na heb ik sindsdien geen nummer overgeslagen.
Begin 2005 kwam het tot een breuk met de Doma-eigenaar. Inmiddels is ook het einde van Steel Moon-magazine in zicht. In ieder geval van de papieren versie.
Blijven over Massad en, sinds eind vorig jaar, het VVSM-blad als 'papieren' podium voor mijn schrijfsels. Daarnaast is er natuurlijk een digitaal podium, in de vorm van deze en andere websites, en natuurlijk mijn eigen site. Zolang ik inspiratie heb, kan ik mijn teksten dus ook in de toekomst wel kwijt.
Is alles daarmee nu rozegeur en maneschijn? Niet helemaal, want één kleinigheid zal wel altijd blijven, als een soort schrijversnoodlot, en dat is het gebrek aan feedback van lezers (m/v). Daar moet je kennelijk mee leven, als schrijver.
© 2010 Eric Masters